Wanneer moet je het gesprek stoppen?

Veel professionals weten wel dat ze extra goed op hun gesprekstechnieken moeten letten als een kind een onthulling doet over seksueel misbruik of een ander strafbaar feit. Om een (eventueel) politieonderzoek niet in de weg te lopen, is het belangrijk dat je het verhaal van het kind niet beïnvloedt.

En die hele kleintjes dan?

Peuters en kleuters, kun je daar eigenlijk wel mee praten over hun thuissituatie? Hoe zorg je ervoor dat je ze niet (nog meer) overstuur maakt? Zijn ze wel in staat om de informatie te geven waar je naar op zoek bent? En welke vragen kun je wel en niet stellen?

En dan ook nog eenzaam

En dan ook nog eenzaam

Veel kinderen die te maken hebben met geweld of verwaarlozing vertellen daar niets over aan hun omgeving. Vaak proberen ze juist voor anderen te verstoppen hoe het thuis gaat, uit schaamte, schuldgevoel en loyaliteit. Vriendschappen gaan minder diep als je voortdurend zoiets groots moet verbergen of als je het idee hebt dat toch niemand begrijpt hoe je je voelt.

Hoe creëer je een veilige setting?

Als je in gesprek gaat met een kind over zijn thuissituatie, wil je graag dat hij zich zoveel mogelijk op zijn gemak voelt. Hoe krijg je dat voor elkaar, terwijl je weet dat je over beladen onderwerpen zult praten? Hoe doe je dat met de kleintjes: wel of geen ouder erbij? En de pubers: willen die eigenlijk wel praten?

‘Ik ben maar een passant’

Ik ben maar een passant

‘Dit kind heeft al zoveel hulpverleners gezien, moet hij dan óók nog met mij praten?’ ‘De ouders geven geen toestemming. Ook al heb ik die vanuit mijn functie niet nodig, hij kan dan niet vrijuit spreken.’ ‘Dit kind zit al zo klem vanwege de complexe scheiding van zijn ouders. Als ik hem daarover ga bevragen, zet ik ‘m alleen nog maar verder klem.’ ‘Ik ben vanuit mijn werk maar heel kort betrokken. Dus ik wil geen valse verwachtingen wekken die ik vervolgens niet kan waarmaken.’

Dat mag ik niet vertellen

De meeste kinderen (en ouders!) vertellen er niet uit zichzelf over als ze thuis geweld of verwaarlozing meemaken. Schaamte, schuld- en loyaliteitsgevoelens staan dit in de weg. Van ouders krijgen kinderen vaak expliciet of impliciet de boodschap dat ze er met niemand over mogen praten. Deze kinderen dragen dus vaak grote geheimen met zich mee.

Ja, maar dan haken ze af!

Soms moet je als professional een actie aankondigen waar een kind tegenop ziet of het niet mee eens is. Toch is het belangrijk om eerlijk te zijn. In trainingen hoor ik professionals vaak zeggen: ‘Ja, maar als ik dat zeg, dan haken ze af!’

Wat als anderen niet doen wat ze moeten doen?

In het werk met kinderen of gezinnen met complexe problemen heb je meestal niet alleen met je eigen organisatie te maken, maar ook met ketenpartners waar je (deels) afhankelijk van bent.

Wie kan helpen?

Kinderen die onveilig opgroeien, voelen zich vaak eenzaam. Ook als er al hulpverlening is in het gezin. Deze kinderen hebben door hun situatie vaak geleerd om lastige dingen in hun eentje op te lossen. Ze komen daardoor uit zichzelf lang niet altijd op het idee om iemand om hulp te vragen. Bovendien kan het ingewikkeld zijn voor deze kinderen om erop te vertrouwen dat er mensen zijn die (belangeloos) zullen helpen.

Ik zeg het alleen als jij niks zegt!

Soms willen kinderen alleen vertellen wat ze dwarszit als je eerst belooft dat je het niet zult doorvertellen. Een lastige situatie, want als professional weet je dat je geen geheimhouding kunt beloven als er misschien ernstige dingen aan de hand zijn. Maar als je dat zegt, vertelt het kind dus misschien wel niks en kun je ook niets voor hem doen.

Praten met kinderen & de meldcode

Per 1 januari 2019 is de verbeterde meldcode ingegaan. Een mooie aanleiding om stil te staan bij het betrekken van kinderen bij het doorlopen van de stappen.

Bij het doorlopen van de meldcode zijn gesprekken met kinderen niet verplicht. Maar het kan wel degelijk. Tips voor praten met kinderen binnen de meldcode:

Als een kind geïnstrueerd lijkt door z’n ouders

Soms is het heel lastig om erachter te komen wat er echt in het hoofd van een kind omgaat. Bijvoorbeeld als ouders op het kind hebben ingepraat en het kind daardoor niets durft te zeggen. Of als het kind ‘ingestudeerde’ zinnen lijkt uit te spreken, waarbij het lijkt of die door (één van de) ouders zijn ingefluisterd.