Soms is het heel lastig om erachter te komen wat er echt in het hoofd van een kind omgaat. Bijvoorbeeld als ouders op het kind hebben ingepraat en het kind daardoor niets durft te zeggen. Of als het kind ‘ingestudeerde’ zinnen lijkt uit te spreken, waarbij het lijkt of die door (één van de) ouders zijn ingefluisterd.
Hoe kom je er dan achter hoe het werkelijk in elkaar zit? Helaas zijn daar geen tovertrucs voor. Soms is de dreiging van eventuele gevolgen zo groot (‘Als je dit vertelt, dan mag je je vader nooit meer zien’, ‘Als dit bekend wordt, dan maak ik er een eind aan’, ‘Die mensen willen ons gezin alleen maar kapot maken, daar moet je niks aan vertellen’), dat het te onveilig is voor kinderen om te vertellen wat ze op hun hart hebben.
In sommige gevallen kunnen onderstaande tips je helpen om wel een stapje verder te komen:
- Investeer in contact. Of je een kind nu eenmalig spreekt of vaker, het is altijd van belang dat je moeite doet om een veilig contact op te bouwen met het kind. Zonder echt contact kun je sowieso wel inpakken 😉
- Negeer ingestudeerde (openings)zinnen. Zeker aan het begin van het gesprek, kan het soms goed werken om niet meteen op vreemde uitspraken in te gaan, maar om eerst eens een (meer) ontspannen contact tot stand te brengen. Begin lekker over iets anders en bouw je gesprek rustig op.
- Zet je ‘politiepet’ af. Zeker als je het idee hebt dat een kind zich nog onvoldoende veilig voelt om zijn verhaal te doen, kan het averechts werken om een kind n.a.v. een ‘ingefluisterde zin’ te onderwerpen aan een vragenvuur, dat (wellicht) in de beleving van het kind bedoeld is om hem of zijn ouders te ontmaskeren.
- Stel niet de feiten, maar het kind centraal*. Probeer uitspraken van het kind niet zozeer te verifiëren (want dan zet je het kind alleen nog maar verder klem), maar ga vooral in op hoe het kind zijn situatie beleeft. Hoe gaat het met het kind? Van welke dingen thuis, op school of elders wordt hij blij of juist boos of verdrietig? Waarover of om wie maakt hij zich zorgen? Hoe gaat hij daarmee om? Wat zou hij graag anders willen?
- Respecteer de oplossingsstrategie van het kind. Als het voor het kind de beste oplossing is om niets los te laten of om vaag te blijven, dan is daar waarschijnlijk een goede reden voor. Het kind is nooit de enige informatiebron als het gaat om (on)veiligheid in het gezin. Laat een kind dus met rust als het ondanks bovenstaande tips niet lukt om echt in gesprek te komen. Hou wel altijd de deur open voor als een kind later wel verder wil praten.
*In geval van een feitenonderzoek door politie, de Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis is uiteraard een belangrijk doel om bepaalde feiten boven tafel te krijgen. Maar ook dan zal het niet werken wanneer je dat doet in een al te strenge of sturende setting. Echt contact, een open houding en respect voor de grenzen van het kind zijn altijd een randvoorwaarde voor een goed gesprek.