Een kind komt voort uit zijn ouders en zijn ouders zullen nu eenmaal altijd zijn ouders blijven, hoe ze die rol ook vervullen. Er wordt daarom wel gesproken van een ‘existentiële loyaliteit’ tussen ouders en kinderen.
Praten over wat er thuis niet goed gaat is onder andere zo moeilijk vanwege die loyaliteit aan de ouders. Bij een complexe scheiding van de ouders wordt het nog ingewikkelder. De loyaliteit van het kind aan de ene ouder, gaat dan ten koste van zijn loyaliteit aan de andere ouder. Dat maakt het nog lastiger voor een kind om met jou over zijn ouders te praten.
Het is dus belangrijk dat je als professional nadrukkelijk ruimte geeft voor loyaliteit. Kinderen zelf vertellen ook dat dat belangrijk voor hen is. Maar hoe doe je dat als ouders dingen doen of laten die onveiligheid veroorzaken? Een aantal tips die helpend kunnen zijn:
- Spreek respectvol met de ouders waar de kinderen bij zijn. Als je opkomt voor (de belangen van) het kind, doe dat dan liefst vanuit de intentie om kind én ouders erbij te helpen dat het beter zal gaan.
- Spreek ook tegen het kind respectvol over de ouders. Wees duidelijk over wat wel of niet mag of over wat het kind nodig heeft, zonder je eventuele afkeuring over de ouder(s) door te laten klinken. Bijvoorbeeld: ‘Het is lief dat je zoveel voor mama zorgt. Maar jij hebt ook iemand nodig die voor jóu zorgt. Dat lukt mama nu niet. Daarom mag jij nu met opa en oma mee.’ In plaats van: ‘Ouders horen voor kinderen te zorgen en niet andersom. Jouw moeder zou voor jou moeten zorgen, maar omdat ze dat niet doet, kun jij niet hier blijven.’ Als je de ouders afvalt, val je ook (een deel van) het kind af.
- Heb respect voor de (existentiële) loyaliteit van kinderen jegens hun ouders. Leg uit dat het belangrijk is voor kinderen dat ze van beide ouders mogen houden, ook als die ouders met elkaar steeds ruzie maken. Of vraag hoe het is voor het kind dat het de ene keer heel gezellig is met mama en dat het kind op andere momenten juist bang is voor mama. Vertel dat er meer kinderen zijn die dat ingewikkeld vinden. En dat het kan: soms verdrietig, bang of boos zijn door je ouder(s) en tegelijkertijd van elkaar houden en voor elkaar willen zorgen.
- Als het kind het wil en als het is toegestaan: doe (aanhoudend) je best om contact met beide ouders te laten plaatsvinden. Wees creatief in de wijze waarop: als een bezoek steeds niet lukt, is een brief of Skype-gesprek misschien een optie. Als contacten stroef verlopen, bedenk dan met het kind wat fijn zou zijn: een bepaalde activiteit doen met de ouder, afspraken maken over (‘verboden’) gespreksonderwerpen, iets te spelen meenemen, et cetera.
- Heel soms is de angst groter dan de loyaliteit. Bijvoorbeeld als er sprake was van seksueel misbruik of ander ernstig geweld. Of als ouders onderling zulke ernstige ruzies maken dat een kind dat niet meer kan verdragen. Dan willen kinderen hun ouder(s) soms, al dan niet tijdelijk, niet meer zien. Ga ook daar respectvol mee om en probeer benieuwd te zijn wat het verhaal erachter is, zonder jouw oordeel of mening te geven.
In het Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling staat (onder andere in hoofdstuk 10.6 over kinderen in complexe scheidingssituaties) nog veel meer te lezen over omgaan met loyaliteit.
Heb je aanvullende tips? Ik lees ze graag!