Kinderen die te maken krijgen met een hulpverlenings- of jeugdbeschermingstraject, voelen zich daarin niet altijd voldoende gezien. Het is belangrijk voor kinderen dat ze merken dat hun vragen, behoeften en wensen ertoe doen.
In de praktijk is dat niet altijd gemakkelijk, omdat er meestal ook nog andere belangen spelen, zoals die van ouders, de wet of de hulpverlener zelf.
Kinderen hebben echter hun eigen positie in het geheel, met bijbehorende eigen belangen, beleving en behoefte aan informatie en inbreng. Met deze tips kun je laten zien dat je het kind betrekt bij wat er gebeurt en daarbij rekening houdt met wat voor het kind belangrijk is:
- Geef duidelijke informatie en uitleg.Over afspraken, beslissingen, over waarin het kind wel of geen inspraak heeft. Duidelijkheid geeft óók veiligheid.
- Wees eerlijk over wat er gaat gebeuren en waarom. Als je niet transparant bent over het proces, geeft dat een onveilig gevoel en gaat dat vroeg of laat ten koste van het vertrouwen dat je hebt opgebouwd: kunnen kinderen je nog wel vertrouwen als je belangrijke dingen voor hen achterhoudt?
- Check regelmatig of het kind (nieuwe) vragen heeft. In de hectiek, bijvoorbeeld rondom een uithuisplaatsing, kan het moeilijk zijn voor kinderen om de informatie die je geeft te onthouden en te verwerken. En ook als dat (deels) wel is gelukt, ontstaan later vaak nieuwe vragen. Bijvoorbeeld ‘waarom kan ik nog steeds niet naar mama’, ‘waarom moet ik juist op deze plek wonen’ of ‘waarom zie ik papa nog maar een keer per week’. Probeer deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
- Vraag door op hoe het dagelijks leven van het kind eruit ziet en welke dingen daarin belangrijk zijn voor het kind. Als het gaat om het maken van (veiligheids- of andere) afspraken: vraag expliciet naar de wensen van het kind. Denk aan: op dezelfde school blijven, gesprekken om sport en andere clubjes heen plannen, op bepaalde dagen naar de ene of de andere ouder in verband met hobby’s, vrienden of een (vaste) gezamenlijke activiteit met de betreffende ouder. Hou daar bij het maken van die afspraken zoveel mogelijk rekening mee. Koppel terug aan het kind wat je met zijn inbreng hebt gedaan en in hoeverre het mogelijk is om zijn wensen te honoreren.
- Geef regie waar het kan. Bekijk in elk gesprek en bij alle nieuwe ontwikkelingen samen met het kind waar je het kind zeggenschap over kunt geven. Daarmee kun je kinderen houvast bieden in een periode waarin er zoveel dingen zijn waar ze géén controle over ervaren.
In het werk met kinderen en gezinnen met problemen, gaat vaak veel aandacht naar de ouders en hun problemen. Logisch, want zij moeten aan de slag om ervoor te zorgen dat het thuis veiliger wordt. Maar kinderen hebben daarin ook een eigen verhaal en behoefte. In het Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling vertellen (net als in het onderzoek onder de link bovenaan dit blog) de citaten van jonge ervaringsdeskundigen hoe belangrijk het is om daar rekening mee te houden.