Ken je dat, dat je met hart en ziel werkt voor het verbeteren van de veiligheid van een kind en dat de professionals van die andere organisatie maar niet meewerken? Of dat er onenigheid is in je team over hoe je het kind het beste kunt helpen? Dat er boosheid en onderling wantrouwen heerst?
Het schrijnende van de situatie en het soms manipulatieve gedrag van een onveilig gehecht kind en diens – tevens onveilig gehechte – ouders kunnen zorgen voor ‘splitting’ in teams en tussen verschillende disciplines. Het is een bekend fenomeen, dat veel zegt over de complexiteit van ‘de casus’.
Het vraagt extra inspanning om de samenwerking tussen alle betrokkenen op gang te brengen en te houden. Deze tips kunnen jou en je collega’s daarbij helpen:
- Parkeer je oordeel. In dit soort situaties kun je veel last hebben van oordelen; over het kind, de ouders, je collega’s, de (collega’s van de) instelling met wie je moet samenwerken, je leidinggevende, je organisatie, de politiek en natuurlijk ook over jezelf. Daar kun je behoorlijk in vastzitten. Om weer in beweging te komen, helpt het om je oordelen (heel) even los te laten.
- Reflecteer op het proces. Deze kinderen doen een enorm beroep op jou als mens, als (mogelijk) hechtingsfiguur. Juist omdat je jezelf als mens zo meeneemt in het werk met deze kinderen, raak je emotioneel betrokken. Daardoor kunnen verschillen in aanpak of visie zorgen voor ingewikkelde processen in het team, waarbij ieders overtuigingen, onzekerheden, oordelen, eigen geschiedenis, et cetera gaan meespelen.
- Accepteer elkaars individuele rol en positie ten opzichte van het kind. Naast de uitgezette lijnen voor behandeling of begeleiding die iedereen volgt die met het kind werkt, heeft iedere betrokken professional een eigen relatie met het kind, die verschilt in (fase van) opbouw, interactie en onderling ervaren veiligheid en vertrouwen. Dat betekent dat de één nu eenmaal meer of iets anders kan bereiken met een kind dan de ander.
- Blijf kijken naar de betekenis en functie van het gedrag. Wanneer kinderen (of ouders) professionals – bewust of onbewust – tegen elkaar uitspelen, bijvoorbeeld door jou op een voetstuk te plaatsen, zich negatief uit te laten over je collega, tegen verschillende mensen verschillende verhalen te vertellen of verschillend te reageren op dezelfde boodschap, komt dat vaak voort uit een diep gevoel van onveiligheid. Bedenk met elkaar wat het kind op dit moment van jullie nodig heeft.
- Ruim structureel tijd in voor reflectie. In het werken met deze complexe doelgroep is het van belang om goed te zorgen voor het team en de individuele professionals die daar deel van uitmaken. Zeker wanneer je veel in aanraking komt met crisissituaties en grensoverschrijdend gedrag, is het van belang om regelmatig met elkaar uit de waan van de dag te stappen. Supervisie, intervisie, werkbegeleiding en coaching bieden ruimte om stil te staan bij emoties en teamprocessen.
De uitdaging is dus om oog te houden voor de betekenis van het gedrag van het kind enerzijds en open te staan voor elkaars visie op en beleving van het effect ervan anderzijds. Zodat je er als team mee om kunt (leren) gaan als onderlinge relaties op de proef worden gesteld, zonder kind en ouder(s) van je te verwijderen.