Kinderen en jongeren die te maken hebben met geweld, verwaarlozing of misbruik, hebben lang niet altijd een beeld van wat wel of niet normaal is aan hun situatie. De situatie waarin ze opgroeien is hun ‘normaal’.
Soms hebben kinderen wel degelijk in de gaten dat hoe het bij hen thuis gaat niet is zoals het zou moeten zijn. Maar ook dan ontwikkelen ze vaak vanaf jonge leeftijd al een negatiever zelf-, mens- en wereldbeeld dan kinderen die veilig opgroeien. Daardoor is het moeilijker om uit elkaar te houden welke gevoelens, overtuigingen, gebeurtenissen of interacties normaal, helpend of schadelijk voor ze zijn.
We kunnen kinderen enorm helpen door hen steeds opnieuw te laten weten en merken wat normaal is – en wat ook voor hen normaal zou moeten en mogen zijn. Geef kinderen keer op keer de gezonde boodschap:
- Jij bent normaal. De situatie is dan misschien ongezond, de reacties van het kind daarop zijn meestal heel logisch. Door actief ruimte te geven voor emoties en gedachtenspinsels en deze te normaliseren, laat je een kind merken dat hij niet gek is, dat hij en zijn gevoelens er mogen zijn en dat hij niet de enige is die zoiets meemaakt.
- Jouw situatie is niet normaal. Geef het kind objectieve informatie, zonder oordeel over het kind of zijn ouder(s). Baseer je daarbij op maatschappelijke normen en waarden of op jouw kennis als professional/ als volwassene. Als je 10 bent, is het belangrijk dat je tijd hebt om te spelen, schoolwerk te maken en leuke dingen te doen met vriendinnen. Dat lukt bij jou nu niet. Maar dat hoort wel zo te zijn. Daarom gaan we jou en jouw ouders helpen om dat te veranderen.
- Jij doet ertoe. Door überhaupt met het kind te praten, laat je zien dat het kind er óók bij hoort en dat je hem en zijn behoeftes belangrijk vindt. Neem het kind serieus door hem informatie te geven over alles wat hem aangaat. Geef ruimte voor inbreng en laat altijd weten hoe je aan die inbreng tegemoet hebt proberen te komen. Check bij het kind of de hulp (ook) voor hem een verbetering betekent: daar was het tenslotte om begonnen.
- Jouw grenzen zijn er om te respecteren. Geef het goede voorbeeld! Wees niet de zoveelste die de grenzen van het kind geweld aandoet. Dat betekent onder andere: goed luisteren, serieus nemen, niet dwingen tot praten, helpen kalmeren in plaats van afzonderen, overleggen over het hoe, veto geven waar het kan.
- Het is niet jouw schuld. Alle kinderen doen weleens iets dat niet mag en alle ouders worden weleens boos of hebben weleens geen aandacht voor je. Maar als ze geweld gebruiken of bijna nooit aandacht hebben voor jou, je lijf of gevoelens, dan is er meestal iets anders aan de hand. Dat is nooit de schuld van kinderen. Ouders hebben dan hulp nodig om dat te veranderen. Leg dit uit, totdat ze het geloven.
Wanneer je betrokken bent bij kinderen die onveilig opgroeien, laat dan de kans niet liggen en geef in alles wat je doet zoveel mogelijk de gezonde boodschap mee. Daarmee laat je ook nog iets anders zien: er zijn altijd mensen die om je geven. Steun is dichterbij dan je denkt.
Meer lezen over hoe je kinderen laat merken dat ze ertoe doen? In het Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling vind je nog veel meer informatie en tips.