Ken je dat? Eindelijk heb je een moment gevonden om even met een kind in gesprek te gaan. Je bent benieuwd naar zijn verhaal en bent misschien op zoek naar info die jouw zorgen bevestigt of die jou juist kan geruststellen. Maar het kind laat niets los. In elk geval niks waar jij wat mee kunt. Wat doe je dan?
Allereerst is het goed om te beseffen dat er verschillende redenen kunnen zijn waarom een kind niets wil of kan vertellen. Gevoelens van schaamte, schuld of loyaliteit kunnen een rol spelen. Of angst voor de gevolgen die dit kan hebben: hoe gaat de ander reageren? Zullen ze me geloven? En: wat gebeurt er dan met mij? Hoe onveilig soms ook, het bekende voelt meestal nog altijd veiliger dan het onbekende. En soms is hetgeen er aan de hand is gewoon te groot en te moeilijk om over te praten.
Probeer je te verplaatsen in het kind en probeer verbinding te zoeken. Hieronder wat tips die je daarbij kunnen helpen:
- Maak contact. Stel het kind op zijn gemak, maak een grapje of begin eerst een gesprekje over een niet-beladen onderwerp. Als je een emotie denkt waar te nemen bij het kind, benoem die dan of vraag ernaar. Laat vooral ook iets van jezelf zien: het praat gemakkelijker met een echt mens.
- Wees transparant. Leg uit wat het doel is van dit gesprek. Vertel wat jouw rol en taak is en wees eerlijk over wat je gaat doen met de info die het kind jou geeft. Stel het kind gerust m.b.t. veelvoorkomende angsten. Bijvoorbeeld: ik ga niks doen zonder dat met jou te bespreken.
- Benoem de concrete aanleiding voor het gesprek. Was er een concreet signaal waarover je je zorgen maakt? Of is het gewoon tijd om weer eens te luisteren naar hoe het met het kind gaat? Vertel aan het kind wat de reden is dat je met hem wilt praten, zodat hij begrijpt waar dit gesprek over gaat en wat jouw intenties zijn met het voeren ervan.
- Nodig het kind uit met open vragen: hoe heb je geslapen? Hoe gaat het met je? Hoe is dat voor jou? Waar maak je je zorgen om? Bij wie kun jij je hart luchten? En wissel deze af met het benoemen van gedrag en gevoelens die je opmerkt bij het kind. Als een kind begint over iets anders, beweeg dan gewoon even mee en kom even later weer terug op het gespreksonderwerp.
- Respecteer grenzen. Wees uitnodigend, maar nooit dwingend. Wees alert op signalen die het kind uitzendt en reageer daar sensitief op. Vertel dat het kind altijd naar je toe mag komen en kom er zelf ook na een tijdje weer op terug, want een kind zal dat lang niet altijd uit zichzelf doen.
Voor kinderen die te maken hebben met Veilig Thuis of andere professionals uit de jeugdbeschermingsketen kan het Praatboek helpend zijn om bespreekbaar te maken hoe het kind zijn situatie ervaart en waarom er veiligheidsafspraken worden gemaakt.
Als het kind je alsnog helemaal niets vertelt, betekent dat niet dat je verder niets kunt doen. De wetenschap dat je beschikbaar bent kan al steunend zijn voor een kind. Soms wil een kind op een later moment wel praten, soms ook niet. Of niet met jou. Hoe lastig ook, dat is iets dat je zult moeten accepteren. Als je je zorgen maakt om de veiligheid van het kind, overleg dan altijd met een collega en/of met aangewezen deskundigen over wat je wél kunt doen.
Dit blog is bijgewerkt in mei 2022.