In gesprek met een kind bij Kindermishandeling door Falsificatie (PCF/ Münchhausen by Proxy)

Kindermishandeling door Falsificatie (voorheen PCF: Pediatric Condition Falsification, ook wel bekend als Münchhausen by Proxy). Een relatief zeldzame maar zeer ernstige vorm van kindermishandeling, waarbij de pleger (meestal de moeder) lichamelijke of psychische symptomen van ziekte bij het kind verzint, nabootst, verergert of (zelf) veroorzaakt. Eén van de meest moeilijk voor te stellen vormen van kindermishandeling, toch bestaat het.

Praten met kinderen die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van Kindermishandeling door Falsificatie vraagt extra zorgvuldigheid, omdat het kan gaan over strafbare feiten en je dus geen woorden in de mond wilt leggen. Daarnaast kun je het gevaar voor het kind onbedoeld vergroten als de pleger merkt dat je de situatie niet vertrouwt. En ook omdat het voor kinderen die hier slachtoffer van zijn extreem ingewikkeld kan zijn om erover te vertellen, onder andere uit angst voor repercussies van de pleger en omdat deze kinderen niet altijd weten in hoeverre ze wel of niet écht ziek zijn.

Om dat goed te onderzoeken is het van belang om een vertrouwensarts van Veilig Thuis te betrekken. Maar bij eerste signalen (of verderop in het traject: om het kind te steunen) ga je misschien zelf (ook) in gesprek met het kind. Deze tips kunnen je daarbij helpen:

  • Praat met het kind alleen. Deze kinderen staan onder (vaak zeer dwingende) invloed van de pleger, ook wanneer die niet aanwezig is bij het gesprek. Toch heb je meer kans dat je signalen kunt verhelderen wanneer je het kind apart spreekt, bijvoorbeeld op school of in het ziekenhuis, buiten bezoekuren of op het moment dat ouders zelf een (ander) gesprek hebben. Wees je daarbij bewust van je professionele taak: signalen verhelderen is iets anders dan bewijzen!
  • Geef regie over kleine dingen. Geef het kind bijvoorbeeld de keus wat het wil drinken, eten of spelen. Hierdoor laat je het kind weer even kind zijn, in plaats van ‘object’. Vergis je er niet in hoe belangrijk dat is.
  • Doe niet aan factchecking, maar breng de situatie in beeld. Door angst én omdat deze kinderen vaak geen realistisch besef hebben van hun lichaam en gezondheid, is het erg moeilijk voor ze om te vertellen wat er wel en niet zou kloppen. Stel daarom vragen die de situatie in kaart brengen. Neem door hoe een dag in het leven van dit kind eruit ziet, vraag naar het gebruik van medicatie en hulpmiddelen en vraag hoe het kind de situatie beleeft.
  • Geef een veilige samenvatting als houvast. Nadat het kind met een volwassene heeft gesproken, wil de (vermoedelijke) pleger vaak precies weten wat er is besproken. Voor kinderen kan dit erg spannend zijn: heb ik iets gezegd waarmee ik in de problemen kan komen? Geef daarom aan het eind van je gesprek een ‘veilige samenvatting’, waarbij je wegblijft van het gesprek over medische zaken, maar bijvoorbeeld de nadruk legt op hoe jammer het kind het vindt dat hij zo vaak niet naar school kan.  Dit kan het kind houvast geven: hij heeft dan een verhaaltje dat hij kan delen, zonder dat de situatie escaleert.
  • Wees zorgvuldig in het uitzetten van vervolgstappen. Deze vorm van kindermishandeling kan levensbedreigend zijn. Wanneer de pleger erachter komt dat je twijfelt aan haar* verhaal, kan het gevaar voor het kind direct toenemen. Volg daarom altijd deze stappen en bespreek je vermoedens (net als bij andere ernstige en acute situaties) niet op eigen houtje met ouders. Of het nu gaat om vermoedens van deze vorm van kindermishandeling of, verderop in het traject, om twijfels over het wel of niet opheffen van de ondertoezichtstelling: een vertrouwensarts van Veilig Thuis heeft expertise die onmisbaar is bij deze problematiek.

Deze kinderen zitten vaak in zeer angstige en ingewikkelde thuissituaties verstrikt, dus hier over praten is voor de meeste van hen heel bedreigend. Verwacht daarom niet dat kinderen dat zonder meer zullen doen. Toch is het de moeite waard om het te blijven proberen. Ook wanneer het kind je geen of weinig informatie geeft, kan jouw steun en betrokkenheid ervoor zorgen dat het kind zich gezien voelt. Daarmee kun je voor de rest van zijn leven een verschil maken.

*In het overgrote deel van de gevallen is de biologische moeder de pleger van deze vorm van kindermishandeling (percentages in de literatuur variëren tussen 77 en 98%). In andere gevallen gaat het om vader, een grootouder en/of een andere verzorger. In het Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling staat een uitgebreide paragraaf over PCF, met veel achtergrondinfo, handvatten en voorbeelddialoogjes voor gesprekken met kinderen die hier slachtoffer van zijn.

Dit blog is geactualiseerd in januari 2024.

Gerelateerde Tips

Als je gezicht een open boek is

Kinderen die gewend zijn hun omgeving voortdurend te scannen op (on)veiligheid, hebben grote voelsprieten voor oordelen, afkeuring en de mate waarin de ander zijn verhaal aankan....

Praten met kinderen over seksueel misbruik

In de categorie praten met kinderen over kindermishandeling is praten over seksueel misbruik misschien wel het allermoeilijkst. Voor kinderen zelf, maar ook voor professionals. De belangrijkste tips: durf te zien en durf te luisteren....
wat kun je wel doen?

Wat kun je wél doen?

Als er grote dingen aan de hand zijn, kunnen kleine dingen het verschil maken. Hoe hou je vol als je het gevoel hebt dat je maar weinig kunt betekenen?...