Wees zacht

Als je opgroeit met geweld, verwaarlozing of seksueel misbruik, doet dat iets met je zelf-, mens- en wereldbeeld. Ook heeft het invloed op hoe veilig je je voelt, bij jezelf, bij de ander en in de wereld. En dat heeft weer invloed op je gedrag, juist ook in interactie met anderen.

Het belangrijkste dat we tegenover de ‘blauwdruk’ van geweld en verwaarlozing kunnen zetten is zachtheid en warmte – steeds opnieuw en in elke interactie met het kind. Dat kan een uitdaging zijn, want kinderen die opgroeien in onveiligheid kunnen met hun gedrag soms precies uitlokken waar ze zo bang voor zijn: afkeuring, straf en afwijzing.

Hoe leren we kinderen om langzaamaan steeds meer te vertrouwen op zichzelf, de mensen om hen heen en de mensheid in het algemeen?

  • Het begint met een kalm brein. Het vraagt oefening om kalm en ontspannen te blijven als een kind gedrag laat zien dat je ongewenst, ingewikkeld of irritant vindt. Maar als jouw stress oploopt, gebeurt dat ook bij het kind. Kinderen die getraumatiseerd zijn, hebben jou nodig om hun stress te verminderen. Daarbij is het essentieel dat je met jouw respons niet onbedoeld het negatieve zelf- en mensbeeld van het kind bevestigt. Probeer dus altijd het (trauma)brein van het kind te kalmeren in plaats van te alarmeren.
  • Stel je oordeel uit. Je hoeft er niet meteen iets van te vinden als een kind zich op een bepaalde manier gedraagt. Het meeste gedrag van kinderen is niet intentioneel, maar komt voort uit hoge stress, angst of andere onrust. Wees daar benieuwd naar. Stel vragen zonder oordeel. Ga in op de beleving van het kind in plaats van op het gedrag zelf. Het is fijn als het lukt om de betekenis van het gedrag beter te begrijpen en de onderliggende behoefte te zien.
  • Niet ‘doe normaal’, maar: ‘wat je voelt is normaal’. Als een kind veel onveiligheid heeft meegemaakt, raakt zijn stresssysteem ontregeld, waardoor het brein veel sneller in alarmstand schiet. De situatie of gebeurtenissen die het kind heeft meegemaakt zijn dan misschien niet normaal, maar alle emoties en gedragingen die daaruit kunnen volgen zijn best te begrijpen. Normaliseer wat het kind voelt en geef erkenning. Aan jonge kinderen kun je psycho-educatie geven over waar hun boze gedrag vandaan komt. Bij jongeren is het belangrijk om ruimte te geven aan de complexiteit van alle emoties. Kinderen doen niet expres lastig, al kan dat wel zo voelen.
  • Blijf erbij. Zolang de stress hoog is, heeft een kind nabijheid nodig. Wijs het gevoel (en daarmee het kind) niet af door het weg te sturen of apart te zetten. Zoek juist samen een rustige plek op. Probeer te verdragen en te helpen kalmeren. Soms lukt dat met fysieke nabijheid, soms door bijvoorbeeld aan de andere kant van de deur kalm te blijven wachten en af en toe verbaal nabijheid te tonen. Pas nadat een kind gekalmeerd is, kun je samen bespreken waar het gedrag vandaan kwam en hoe je het kind kunt helpen om eerder of anders te leren reageren op stress.  
  • Voeg veiligheid toe. In plaats van een kind (meteen) aan te spreken op zijn gedrag, is het belangrijk en helpend om eerst contact te maken. Een bekende hulpzin uit de methode van Verbindend Gezag & Geweldloos verzet is niet voor niets: eerst connectie, dan correctie. Voeg veiligheid toe door als mens aanwezig te zijn. Ook voorspelbaarheid creëren is vaak behulpzaam (denk bijv. aan vaste, gedetailleerde rituelen, uitleggen wat je gaat doen of aankondigen dat het bijna tijd is om…). Veiligheid toevoegen kan ook door te zorgen voor een sfeervolle maar prikkelarme ruimte, iets zachts om vast te houden, in te zitten of naar te kijken. En door geen haast te hebben, maar tijd en ruimte te geven voor omschakelmomenten, eventuele emoties en informatieverwerking. Veiligheid zit ook in je taal en toon. Veiligheid zit dus vooral in de relatie, ook als je een kind maar één of enkele keren ziet.

Als gedrag van een kind jou persoonlijk raakt, maar ook als je werkt in een omgeving waarin grenzen stellen, normeren en bestraffen de gangbare reactie is op ‘ongewenst gedrag’, valt het soms niet mee om kalm en zacht te blijven. Dat het niet altijd lukt is heel menselijk. Maar een zachte blik als uitgangspunt, dat zou wat mij betreft overal de norm mogen zijn.

Meer leren over hoe je sensitief in gesprek gaat met kinderen die opgroeien in onveiligheid? Lees het Praktijkboek of doe mee aan een training!

Gerelateerde Tips

Ook als je niks kunt doen, kun je veel betekenen

Een kind waarmee het steeds slechter lijkt te gaan, terwijl de wachtlijst voor hulp alleen maar oploopt. Geweld dat na een melding bij Veilig Thuis gewoon doorgaat. Een jongere die geen hulp wil en die ervoor kiest om de situatie ‘uit te zitten’ totdat hij uit huis gaat....

Hulpmiddelen inzetten bij gesprekken met kinderen

Gesprekken over onveiligheid in de thuissituatie kunnen erg moeilijk zijn voor kinderen. Loyaliteit, schuldgevoelens, schaamte, angst, verdriet en andere emoties maken deze gesprekken ingewikkeld en beladen. Ook is voor kinderen de setting van een één-op-één gesprek lang niet zo vanzelfsprekend als voor volwassenen. Tegenover elkaar zitten om te praten, kan...

Als er iets ergs is gebeurd, wat zeg je dan?

Als een kind iets ingrijpends heeft meegemaakt, is het fijn als er mensen zijn die ernaar vragen. Zeker wanneer het kind denkt of weet dat jij op de hoogte bent, kan het zich heel eenzaam of onveilig voelen wanneer je er niet over praat....